Boete gematigd in hoger beroep

Dit is een goed voorbeeld dat hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank  nuttig kan zijn. De rechter in hoger beroep matigt de boete die een huurder van woonruimte op basis van zijn contract verschuldigd is. Het vonnis van de rechtbank (waarvan hoger beroep is ingesteld) brengt met zich mee dat door beide veroordelingen huurders inmiddels meer dan € 50.000,– aan boetes hebben verbeurd en dat dit bedrag nog aanzienlijk kan oplopen (met twee keer € 25,– per kalenderdag).

Boetebeding in hoger beroep beoordeeld

Het boetebeding dat is neergelegd in artikel 20.6 van de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Woonruimte, ROZ-model 2003,en  levert in het onderhavige geval volgens de appelrechter een buitensporig een dus onaanvaardbaar resultaat op, zodat matiging van de boete op de voet van artikel 6:94 lid 1 BW gepast is. Uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 22 juli 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:2219.

Rechter kan contractuele boete matigen
Rechter kan contractuele boete matigen

Extreme boete na wanbetaling huur

Huurder stelt hoger beroep in tegen € 5.025,– aan boete (€ 25,– per dag berekend over de periode tot en met 2 april 2012) wegens het niet nakomen van de verplichting tot huurbetaling, te vermeerderen met € 25,- per dag vanaf 3 april 2012 tot de dag der algehele voldoening, alsmede € 2.850,- aan boete (€ 25,– per dag berekend over de periode tot en met 2 april 2012) wegens het niet nakomen van de verplichting om het gehuurde per 9 december 2011 in correcte staat op te leveren, te vermeerderen met € 25,- per dag vanaf 3 april 2012 tot de dag der algehele voldoening.

Rechter mag boete matigen

Dit beroep op matiging van de in totaal verbeurde boete voor het niet tijdig betalen van de huur en op matiging van de in totaal verbeurde boete voor het niet goed opleveren van het gehuurde, komt het hof voorshands niet ongegrond voor. Het hof verwijst op dit punt naar het arrest van het Hof Leeuwarden van 20 december 2011, ECLI:NL:GHLEE:2011:BU8964, waarin eveneens tot matiging is overgegaan van een op grond van artikel 20.6 van de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Woonruimte, ROZ-model 2003, verbeurd boetebedrag is overgegaan.

Matiging boete in hoger beroep

In de omstandigheden van dit geval is het hof, mede gelet op de verhouding tussen de vermoedelijke werkelijke schade en de hoogte van de boete, de aard van de overeenkomst, de inhoud en strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen vooralsnog van oordeel dat een aanzienlijke matiging van de boete op zijn plaats is. De door de kantonrechter uitgesproken veroordeling kan er, zoals hierboven uiteengezet, toe leiden dat appellanten  vele tienduizenden euro’s aan boete verbeuren en dat acht het hof een buitensporig en onaanvaardbaar resultaat (HR 27 april 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6638). Volledigheidshalve merkt het hof nog op dat zich in het onderhavige geval (verhuur van een woning door de een niet bedrijfsmatig handelende particulier aan de andere particulier) niet de in HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691 bedoelde situatie voordoet, waarin de rechter ambtshalve moet onderzoeken of het beding op zichzelf oneerlijk is. In dit hoger beroep gaat het om het beroep op matiging van de boete op grond van artikel 6:94 BW.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s