Procedure hoger beroep

De procedure in hoger beroep begint met de dagvaarding in hoger beroep (ook wel appeldagvaarding). Daarna zal de advocaat de bezwaren (grieven) tegen de uitspraak van de rechtbank formuleren in een processtuk: de Memorie van Grieven.

Rechters in hoger beroep

Procedure in hoger beroep starten

De appeldagvaarding moet binnen de beroepstermijn uitgebracht worden door een deurwaarder. De advocaat die het hoger beroep behandelt stelt de appeldagvaarding op. In deze dagvaarding worden de gronden van beroep nog niet vermeld. De gronden die in hoger beroep aangevoerd worden tegen de eerste uitspraak, ook wel grieven genoemd, worden door de advocaat opgesomd en toegelicht in de Memorie van Grieven.
Procedure hoger beroep

Dossier rechtszaak gaat naar rechters in hoger beroep

Het procesdossier van de rechtbank wordt ook ingediend bij het gerechtshof. Er kunnen nieuwe standpunten en nieuw bewijs ingebracht worden in hoger beroep. De memorie van grieven wordt ingediend nadat de appeldagvaarding is ingeschreven (aangebracht) bij het Gerechtshof. Daarmee staat het hoger beroep van de zaak in de agenda (rol) van het Gerechtshof en heeft de zaak een rolnummer (of zaaknummer) gekregen.

Verweer voeren met advocaat in hoger beroep

De gedaagde in hoger beroep wordt geïntimeerde genoemd. Deze geïntimeerde, als hij verweer wil voeren (en dat hoeft niet) moet ook met een advocaat verschijnen in hoger beroep. De advocaat van de geïntimeerde doet dat door zich “te stellen” via een formulier dat wordt ingediend via de digitale administratie van het gerechtshof. Dat moet gebeurt op de dag de appeldagvaarding wordt ingeschreven (of in ieder geval zo spoedig mogelijk daarna). De geïntimeerde hoeft niet te verschijnen in hoger beroep. In dat geval behandelen de rechter in hoger beroep de zaak op basis van hetgeen bekend is over de positie van geïntimeerde zoals dat in het procesdossier van de rechtbank staat. Aan het niet verschijnen in de beroepsprocedure kunnen risico’s kleven, bespreek die eerst goed met de advocaat die het hoger beroep doet.

Zitting gerechtshof: comparitie na aanbrengen hoger beroep

Nadat het hoger beroep is ingeschreven kan het gerechtshof direct een comparitie (zitting) gelasten als het Gerechtshof meent dat daar reden voor is. Bijvoorbeeld omdat geprobeerd moet worden of een schikking mogelijk is. Als dat niet gebeurt dan krijgt de geïntimeerde de mogelijkheid verweer te voeren en dat gebeurt door zijn advocaat een Memorie van Antwoord in te laten indienen.

Tegenpartij ook in hoger beroep: incidenteel appel

Als de geïntimeerde ook (van een onderdeel) van het vonnis van de rechtbank in beroep gaat dat heet dat incidenteel appel. Dat incidenteel appel is opgenomen in de Memorie van de advocaat en hierop kan de ander partij schriftelijk reageren met een memorie van antwoord in incidenteel appel. Als over en weer geantwoord is op de ingediende stukken dan kunnen de procespartijen in hoger pleidooi vragen aan het gerechtshof om de zaak mondeling toe te lichten. Dat hoeft niet. Als de zaak schriftelijk al voldoende is toegelicht hoeft geen pleidooi plaats te vinden.

Termijn uitspraak in hoger beroep

Nadat partijen uitspraak (arrest) gevraagd hebben komt de zaak voor uitspraak (arrest) te staan. Dat kan een tussenuitspraak zijn (waarbij bijvoorbeeld een zitting wordt gelast of een getuigenverhoor) of het kan een einduitspraak zijn waarin de appelrechter zijn oordeel geeft over de zaak in hoger beroep. Het komt (regelmnatig) voor dat de uitspraak in hoger broep wordt uitgesteld. Dat heeft te maken met de werkdruk van de rechters bij het Gerechtshof.

Proceskostenveroordeling hoger beroep

De (overwegend) in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de proceskosten die vastgesteld worden volgens een staffel (liquidatietarief). Of er wordt geen proceskosten veroordeling gegeven omdat beiden in het ongelijk zijn gesteld, of beide slechts voor een gedeelte in het gelijk zijn gesteld.