Verbod hoger beroep

Van een aantal rechtszaken is geen hoger beroep mogelijk. Bijvoorbeeld in arbeidszaken, als de rechtbank (sector Kanton) uitspraak doet naar aanleiding van een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Ook  is er een minimumbedrag voor hoger beroep: de appelgrens.

advies advocaat schikking procedure 2

Van sommige rechtszaken is geen hoger beroep mogelijk

Tegen die uitspraak waarin de arbeidsovereenkomst al dan niet wordt ontbonden, kan geen hoger beroep ingesteld worden. Bij een procedure over kantoorruimte of bedrijfsruimte, waarbij de huurder een verzoek ex artikel 7:230a BW indient, is geen hoger beroep mogelijk. Ook een beschikking van de Rechtbank naar aanleiding van een verzoek om een deskundige te benoemen of een getuigenverhoor te houden, is niet voor beroep vatbaar. Een advocaat zal adviseren of hoger beroep al dan niet is toegestaan.
gerechtsgebouw

Toch hoger beroep ondanks appelverbod

Alleen in bijzondere situaties kan dit appelverbod doorbroken worden. De Hoge Raad bepaalt in de uitspraak Enka/Dupont (HR 29 maart 1985, NJ 1986, 242), dat hoger beroep toch ontvankelijk is als erover geklaagd dat  de rechter wettelijke bepalingen:
–  ten onrechte heeft toegepast ;
–  of met verzuim van essentiële vormen (vormverzuim) heeft toegepast;
– of de rechter bepalingen buiten toepassing heeft gelaten;
– of de rechter buiten het toepassingsgebied van het desbetreffende artikel is getreden (HR 15 mei 1998, NJ 1999/672).

Hoge Raad formuleert uitzonderingen appelverbod

Uit uitspraken van de Hoge Raad blijkt dus dat bij verzuim van essentiële vormen toch hoger beroep ingesteld kan worden, ondanks het verbod dat in de wet is opgenomen. Dat kan echter alleen in bovengenoemde door de Hoge raad geformuleerde gevallen. Dat is vaak het geval bij klachten betreffende schending van het beginsel van hoor en wederhoor. Echter ook indien de belangrijke vereisten of vormen niet in acht genomen zijn door de rechter. Een gebrek in de motivering van een uitspraak wordt niet als essentieel verzuim van vormen gezien.

De appelgrens: geen hoger beroep bij vordering onder € 1.750

Er is een appelgrens in art. 332 Rv. opgenomen voor vordering die in eerste instantie niet meer dan € 1.750 bedragen. Dit bedrag bestaat uit de gevorderde hoofdsom, de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en de gevorderde rente tot aan de dag waarop de dagvaarding is uitgebracht. Indien de tegenpartij een tegenvordering heeft ingesteld dan dient deze vordering ook meegerekend te worden. De advocaat die het hoger beroep beoordeelt zal moeten vaststellen of de appelgrens in een specifiek geval van toepassing is. Indien in  strijd met deze appelgrens hoger beroep wordt ingesteld dan wordt het hoger beroep niet ontvankelijk verklaard.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s