Tegen een uitspraak in kort geding kan ook hoger beroep aangetekend worden. De beroepstermijn is vier weken na datum van de uitspraak.

Advocaat ook verplicht bij hoger beroep van kort geding

Ook bij het hoger beroep in kort geding is een advocaat verplicht. De rechter in hoger beroep doet nog steeds uitspraak in kort geding. Voor een definitief oordeel moeten partijen een bodemprocedure starten; dat is de gewone procedure bij de rechtbank. Het gerechtshof behandelt het hoger beroep van het kort geding. De procedure kan minimaall enige maanden duren, en blijft nog steeds een kort geding uitspraak (in hoger beroep).

Beoordeling in hoger beroep op basis van feiten zoals die er dan zijn

De rechter in hoger beroep, de appelrechter, beoordeelt de stand van zaken tussen partijen in de procedure naar het moment van zijn beslissing. De appelrechter, oordelend in kort geding, dient te onderzoeken of in het gegeven geval “het belang van partijen de onverwijlde voorziening vordert” dus of sprake is van een spoedeisend belang. Niet alleen voor wat betreft het spoedeisend belang, maar ook  de toewijsbaarheid van de vordering, wordt beoordeeld naar de stand van zaken ten tijde van de beslissing door de appelrechter (ex nunc). Die situatie kan gewijzigd zijn sinds de behandeling van het kort geding in eerste instantie.

Situatie kan in hoger beroep verandert zijn en tot andere uitspraak leiden

In hoger beroep kan de situatie door tijdsverloop zijn gewijzigd. Dit brengt mee dat een in eerste aanleg uitgesproken veroordeling tot nakoming, hoezeer ook naar de toenmalige stand van zaken gerechtvaardigd, in appel niet kan worden bekrachtigd als nakoming inmiddels blijvend onmogelijk is geworden. Het kan ook betekenen dat in kort geding een voorziening waarbij in eerste aanleg nog een spoedeisend belang bestond, in hoger beroep niet langer op zijn plaats is omdat dit belang is komen te ontbreken. Dezelfde overwegingen gelden als bij een verbod inmiddels geen (spoedeisend) belang meer bestaat omdat het verboden gedrag na – en in de regel als gevolg van – het in eerste instantie gewezen vonnis is gestaakt.

Dwangsommen en hoger beroep

Het vereiste van spoedeisend belang alleen betrekking op de hoofdvordering, niet op de vraag of dwangsommen naar aanleiding van het kort geding zijn verbeurd. Indien het hof in hoger beroep het vonnis van de president geheel moet vernietigen en daarvoor een gewijzigde veroordeling in de plaats had moeten stellen, zou de basis voor het verbeuren van de dwangsommen wegvallen. Hoger beroep wordt de advocaat van de veroordeelde partij dan ook wel ingesteld om van de in kort geding opgelegde dwangsommen af te komen. Een advocaat kan ook uit strategische overwegingen hoger beroep instellen voor de cliënt.