Hoger beroep tegen kort geding

Ook tegen een uitspraak in kort geding kan hoger beroep ingesteld worden. Dat moet binne 4 weken na de KG uitspraka gedaan worden. Eventueel met spoedappel als er grote spoedeisendheid is. In hoger beroep kunnen de kaarten anders liggen. Heeft de eisende partij nog wel belang bij de gevraagde (en toegewezen) voorziening in kort geding? Is er nog wel spoedeisend belang? Dat wordt opnieuw beoordeeld op het moment van het oordeel van het gerechtshof in hoger beroep. De uitspraak in het hoger beroep van een kort geding is nog steeds een kort geding uitspraak. Ik bespreek hieronder en aantal bijzondere regels voor het hoger beroep tegen een kort geding uitspraak.

Hoger beroep kort geding

Hoger beroep instellen tegen kort geding uitspraak

De termijn voor hoger beroep tegen een kort geding vonnis is slechts 4 weken vanaf de dag na de datum van de uitspraak in kort geding. Een advocaat moet het hoger beroep instellen. Er is ook een mogelijkheid van spoed appel en ook een (nog sneller) turbo-kort geding is mogelijk. Spoedappel betekent dat de klachten (grieven) tegen het kort geding vonnis door de advocaat in de appeldagvaarding (appelexploot) worden opgenomen. Dan heeft de appellant recht op een spoedbehandeling. Bespreek de mogelijkheid van spoedappel met uw advocaat. De (grote) spoedeisendheid moet goed gemotiveerd worden. Indien de uitspraak in kort geding niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard door de kort geding rechter, dan heeft het instellen van hoger beroep schorsende werking; is de uitspraak wel uitvoerbaar bij voorraad dan schorst het hoger beroep de tenuitvoerlegging van de uitspraak niet.

Wijziging omstandigheden na de uitspraak in kort geding

In hoger beroep kunnen de kaarten anders liggen. Heeft de eisende partij nog wel belang bij de gevraagde (en toegewezen) voorziening? Is er nog wel spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening? Dat wordt opnieuw beoordeeld op het moment van de uitspraak van de rechter in hoger beroep. Tijdsverloop na het kort geding vonnis van de voorzieningenrechter kan tot wijziging van de feiten en omstandigheden leiden. Daardoor kan een voorziening die enige maanden eerder was toegewezen in hoger beroep onderuit gaan als bijvoorbeeld de voorziening niet meer uitvoerbaar is. Ook kan het gerechtshof, anders dan de voorzieningenrechter in eerste instantie, van oordeel zijn dat de ingestelde vordering in kort geding zich niet leent voor kort geding en daarom de uitspraak vernietigen.

Kort geding en bodemprocedure

De uitspraak in kort geding is een voorlopige voorziening. Die voorziening die in kort geding is toegewezen eindigt door de uitspraak in de “gewone rechtszaak”, de bodemprocedure. Na de uitspraak in kort geding kan dus ook nog een bodemprocedure gestart worden, als dat nog niet is gebeurd, naast de mogelijkheid van hoger beroep tegen de kort geding uitspraak. Door tenuitvoerlegging van de toegewezen voorziening in kort geding kan een onomkeerbare situatie zijn ontstaan. Dat doet echter niet af aan het recht op hoger beroep; de appellant kan een tegenvordering instellen en beslissing over proceskosten vragen aan het Gerechtshof. De rechter in de bodemprocedure hoeft geen rekening te houden met de voorlopige voorziening die een collega rechter heeft gewezen.

Executie kort geding vonnis op eigen risico

Hetgeen op basis van een kort geding uitspraak ten uitvoer is gelegd, gebeurd op eigen risico van degene ten gunste van wie de uitspraak is gedaan. Degene die de uitspraak ten uitvoer legt (via executie door de deurwaarder) doet dit op eigen risico want in hoger beroep kan de uitspraak vernietigd worden. Het recht van tenuitvoerlegging of invordering van een verbeurde dwangsom vervalt echter door vernietiging in hoger beroep van de uitspraak in kort geding. De appelrechter hoeft geen rekening te houden met het wegvallen van een geldig vonnis met opgelegde dwangsommen en de gevolgen van vernietiging van de uitspraak. Lees ook: schorsing uitspraak.

Nieuw bewijs in hoger beroep

In kort geding gelden niet de gewone regels van bewijsrecht. Er is ook geen recht op het leveren van getuigenbewijs (het horen van getuigen door de rechter) of levering van bewijs door deskundigen. Wel kan op de zitting een getuige of deskundige als informant wordt gehoord of door de advocaten worden ondervraagd. Zeker als in eerste instantie een voorziening is afgewezen wegens ontbreken van een oordeel van een deskundige is dat van belang. Ook de regels voor stelplicht en bewijslast gelden niet in kort geding. Indien er in hoger beroep nieuw bewijs wordt aangedragen door de advocaat dan kan dat wel tot een ander oordeel in hoger beroep leiden. De kort geding rechter heeft veel vrijheid om tot een voorlopig oordeel te komen. Dat betekent dat klachten in hoger beroep over de motivering van de kort geding uitspraak minder kans van slagen hebben.

Wijziging eis in hoger beroep

Ook in hoger beroep van een kort geding kan de eis gewijzigd worden (eis vermeerderen of veranderen), maar dat moet gelijk bij dagvaarding of indiening van de grieven gebeuren. Zeker als na het kort geding vonnis de situatie is gewijzigd zal een aanpassing van de vordering opportuun kunnen zijn. De advocaat die het hoger beroep behandelt zal met u afstemmen wat de best passende vordering in hoger beroep is.  Ook de tegenpartij kan in kort geding een tegenvordering instellen indien daar spoedeisend belang voor is.

Vernietiging kort geding vonnis in hoger beroep

Als het hoger beroep slaagt dan leidt dat tot vernietiging van het kort geding vonnis. De uitspraak in hoger beroep blijft nog steeds een kort geding uitspraak, dus een voorlopige voorziening, die kan eindigen door een uitspraak in de bodemprocedure. Als gevolg van die vernietiging dienen alle gevolgen van het kort geding vonnis met terugwerkende kracht hersteld te worden alsof het kort geding vonnis er niet is geweest. In plaats van vernietiging van het vonnis kan de appelrechter de getroffen voorziening ook wijzigen; zo kan bijvoorbeeld een in eerste instantie toegekend dwangsom bij de voorziening achterwege gelaten worden. Het hoger beroep kan dus ook leiden tot deels een bekrachtiging van de uitspraak van de voorzieningenrechter in kort geding en deels tot een vernietiging van die kort geding uitspraak.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s